In dagblad Trouw van 13 juni j.l. lees ik als slot van een boekbespreking:
“… een kritisch stemgeluid in een van gezapigheid voortkabbelende Protestantse Kerk…”
Met name het woord “gezapigheid” trekt mijn aandacht. Dat woord zie ik als een eufemisme voor een steeds groter wordend probleem (of uitdaging) in de kerk waaraan ik als predikant verbonden ben. Het gezicht van de Protestantse Kerk in Nederland is vooral bleek met hier en daar een blosje. In mijn ogen straalt het gezicht van de PKN maar weinig uit. Er is te veel kool-en-geit-sparen-mentaliteit. Ik wil niet spugen in de bron waaruit ik drink, maar ik vind het steeds nijpender worden. Ik zou er graag aandacht voor willen vragen.
Ter illustratie een aantal andere zetjes in mijn rug om nader te bezinnen op de PKN en de uitstraling:
– het boekje van prof. dr. A. van de Beek “Is God terug?” (Zoetermeer 2010) spreekt Van de Beek over de kerk die “zich in een toestand van matheid bevindt.” (p.13)
Het vuur is gedempt en men is blij als men nog ergens gloed onder de as bemerkt. {…} Een nieuwe reformatie is nodig.”
– de algemene secretaris van de PKN, dr Arjan Plaisier, hield op 24 april jongstleden een twitterspreekuur. Ik stuurde een tweet met daarin de vraag: “Wat is gezicht van de PKN?”. Ik had al een vermoeden wat er zou komen. En toch was zijn antwoord teleurstellend:
“De Protestantse Kerk staat voor betrokkenheid op God, op elkaar en op de wereld.”
Zeker, die verbondenheid (h)erken ik, maar wat betekent dat nu concreet voor onze samenleving, plaatselijk en landelijk?
– op plaatselijk nivo hier in Barendrecht: in de gemeente die ik dien, de Gereformeerde Kerk, leid ik twee bijbelstudiegroepen met als hoofdthema “Post van Paulus”. Een interessante zoektocht door het paulinische corpus waaraan zo’n 34 gemeenteleden deelnemen. Op dit moment lezen we de eerste brief aan de christelijke gemeente in Korinte. De bijeenkomsten in mei eindigden beiden met de vraag over leiderschap in de plaatselijke gemeente. We spraken over de partijschappen in Korinte: Apollos, Paulus, Kefas en Christus. Die partijschappen zijn aanleiding voor onrust en verdeeldheid in de gemeente.
Op mijn vraag over de invulling van het (geestelijk) leiderschap in onze eigen gemeente, bleef het eigenlijk stil. Wie of wat concreet leiding geeft aan de gemeente, daarop werd uiteindelijk wat afwachtend, haast aarzelend geantwoord: “De predikant en de kerkenraad.” En, als tegengeluid klonk ook:
“Een veelkleurige gemeente is niet altijd een verdeelde gemeente. We hoeven toch niet te denken als de dominee?”
Zeker niet, wat dat laatste betreft. Ik ben zeer voor emancipatie van de gelovige, maar elke groep heeft een kader of leiding nodig.
Een zelfde vraag over het leiderschap in de gemeente legde ik tijdens de mei-vergadering van de gereformeerde Algemene Kerkenraad neer bij de andere ambtsdragers. Ook hier, tot mijn verbazing, wisten de aanwezigen maar weinig te zeggen over (het) leiderschap in de gemeente.
De lezer zou ik willen vragen om te reageren op deze vraag: is er geestelijk leiderschap in de PKN en zo ja, waar zie je dat vooral en op welke manier?
Met de input hoop ik verder te kunnen met een tweede blog over dit onderwerp.
ds R.J. van Amstel, 15 juni 2012
Beste RJ
Door de vele geloofsrichtngen in de PKN kan een geestelijk leiderschap zich nimmer ontwikkelen.
De statuur van een leider impliceert per definitie eenheid in leerstellingen.
Oriëntatie op de factoren die geleid hebben tot het ontstaan van de verschillende richtingen, nog los van de oorspronkelijke afscheiding van de RK, zou wellicht een begaanbare weg blijken de fundamentele zaken opnieuw tegen het licht te houden,
Beste Gert, dank je wel voor je reactie. Je hebt een punt: vele geloofskleuren in de PKN en geestelijk leiderschap lijken niet samen te gaan. Toch zou ik het een uitdaging vinden om vanuit de Bijbel te redeneren: het fundament van onze Kerk is Jezus Christus (1 Korinte 3). We kunnen zaaien en planten, maar het is God die doet groeien. Waar zien we groei, waar juist niet? Is geestelijk leiderschap terug te vinden in wat groeit en minder (of niet) in wat niet groeit?
Beste RJ
Spreekt jouw reactie op Hans geen boekdelen ?
Juist Petrus en Paulus zijn als leiders erkent en derhalve richting gevend.
Mogen wij u in deze historische reeks plaatsen waarbij de HG uiteraard werkzaam is. Naar mijn bescheiden mening ervaar ik gelukking leiderschap in jouw optreden die niet de kool en de geit wenst te sparen.
Overigens moeilijke materie.
En hartelijke groet.
Geleid door de heilige Geest is meer dan genoeg.
Kerkelijk leiders hebben we niet nodig
Alleen dienaars, grote en kleine, van Gods woord zijn nodig.
Leiders doen op den duur altijd gekke dingen
Alle dienaars, (ook jij , en ik wel eens) vormen samen een schat van de Geest samen.
Kijk om je heen en voel op andere momenten in onze kerken.
Grote en kleine dingen gebeuren.
Robert Jan ik ben niet zo somber.
Ik ben benieuwd naar je volgende bijdrage
Groet, Hans
Dank je wel voor je reactie. Eens dat de Heilige Geest een belangrijk stuk leiding heeft in het gemeenteleven. Maar om zo te zeggen dat kerkelijk leiders niet nodig, dat betwijfel ik. Waarom heeft Jezus dan Petrus aangewezen als degene waarop Jezus zijn kerk bouwt? En waarom pleit Paulus toch voor oudsten en diakenen? Want de verse, net gestichte gemeentes waren niet koekkoek-één-zang, ook wil Handelingen 4 daar een nuance in aanbrengen.
Je kunt wel zeggen dat leiders gekke dingen, maar wat vind je van gemeenteleden die ook gekke dingen doen? Ik ben trouwens wel geïnteresseerd in wat je bedoelt met “gekke dingen”.
Ik verwacht veel van de Geest en Hij doet ook veel. Maar net als adem bij een mens: adem heeft een ruimte nodig om adem te zijn, zo heeft de Geest ruimte nodig werkzaam te zijn als Geest. Of vergis ik me nu?
Herkenbaar.
Dit najaar s er een synode met daarin voorstel voor 100 pioniersplekken waarvan 20 experimenteel, buiten kerkorde om. Ik ga project indienen voor landelijke missionaire orde. Zie site. Leuk om mee te denken?